uiteindelijk verwierpen Aristoteles en Plato, twee van de bekendste filosofen van het oude Griekenland, de theorieën van Democritus. Aristoteles aanvaardde de theorie van Empedocles (Empedocles stelde dat alle materie bestond uit vier elementen: vuur, lucht, water en aarde. De verhouding van deze vier elementen beïnvloedde de eigenschappen van de materie). Aristoteles voegde zijn eigen (onjuiste) idee toe dat de vier kernelementen in elkaar kunnen worden omgezet., vanwege de grote invloed van Aristoteles zou Democritus’ theorie bijna 2000 jaar moeten wachten voordat ze herontdekt zou worden.het doel van de Griekse filosofen was om de natuurlijke wereld uit te leggen. Tot de conclusie van de verschijnselen die zij waargenomen, dat een enkele “primaire materie” bestond. Het was van deze primaire materie, gewijzigd op verschillende manieren, dat alle andere dingen werden geschapen. Democritus breidde deze theorie uit om te stellen dat materie bestond uit kleine deeltjes genaamd “atomen” die niet verder konden worden verdeeld., Deze atomen waren allemaal samengesteld uit dezelfde primaire materie met de enige verschillen tussen hen zijn hun grootte, vorm, massa, posities en rangschikking. De verschillen in deze kenmerken verklaarden de verschillen in de eigenschappen van de materie om ons heen.gebaseerd op: Atomic Theory and Structure Early Ideas about Matter: From Democritus to Dalton door Anthony Carpi, Ph. D.