Op 25 maart 1957 ondertekenen Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg in Rome een Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), ook bekend als de gemeenschappelijke markt. De EEG, die in januari 1958 in werking trad, was een belangrijke stap in de ontwikkeling van Europa naar een economische en politieke unie.,in 1950 was het duidelijk dat eeuwen van West-Europese wereld suprematie aan een einde kwam. De nationale markten van Europa, geïsoleerd van elkaar door archaïsche handelswetten, waren geen partij voor de gigantische markt van de Verenigde Staten. En vanuit het oosten boven Europa kwam de Sovjet-Unie, waarvan de communistische leiders enorme gebieden en economische hulpbronnen onder één enkel systeem beheersten. Veel Europese leiders vreesden ook de hervatting van het conflict tussen traditionele Europese tegenstanders zoals Frankrijk en Duitsland, waardoor de Europese economieën alleen maar verder zouden afnemen.,als middel om het economische klimaat in Europa te verbeteren en oorlog te voorkomen, stelden enkele invloedrijke staatsman en politieke theoretici economische integratie voor. De eerste grote stap in deze richting werd gezet in 1951, toen Frankrijk en West-Duitsland de Europese Gemeenschap voor Kolen en staal (EGKS) oprichtten en hun kolen-en staalindustrie integreerden. De Franse leiders stelden de organisatie vooral voor als een middel om de Duitse industrie in de gaten te houden, en de West-Duitse leiders stemden er onmiddellijk mee in, om de angst voor de Duitse militarisering weg te nemen., Voor het toezicht op de EGKS werden verscheidene supranationale organen opgericht, waaronder een uitvoerende instantie, een Raad van ministers, een raadgevende vergadering en een hof van Justitie voor geschillenbeslechting. Italië en de drie landen van de Benelux Economische Unie–België, Nederland en Luxemburg–sloten zich al snel aan. De basis voor de EEG werd gelegd.op 25 maart 1957 ondertekenden vertegenwoordigers van zes Europese landen in Rome twee verdragen. Eén daarvan heeft de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) opgericht voor de gemeenschappelijke en vreedzame ontwikkeling van de Europese nucleaire hulpbronnen. De andere heeft de EEG opgericht., In de gemeenschappelijke markt werden de handelsbelemmeringen tussen de Lid-Staten geleidelijk opgeheven en werd een gemeenschappelijk beleid ten uitvoer gelegd op het gebied van vervoer, landbouw en economische betrekkingen met derde landen. Uiteindelijk mochten arbeid en kapitaal vrij bewegen binnen de grenzen van de gemeenschap. De EEG, de EGKS en Euratom werden bediend door één Raad van ministers, een representatieve vergadering en het Hof van Justitie. In 1967 werden de drie organisaties volledig samengevoegd tot de Europese Gemeenschap (EG).,Groot-Brittannië en andere Europese landen weigerden aanvankelijk toe te treden tot de gemeenschappelijke markt en richtten in 1960 als alternatief de zwakkere Europese Vrijhandelsassociatie (Eva) op. Tegen het begin van de jaren zestig vertoonden de gemeenschappelijke marktlanden echter tekenen van aanzienlijke economische groei en veranderde Groot-Brittannië van gedachten. Vanwege zijn nauwe banden met de Verenigde Staten heeft de Franse President Charles de Gaulle twee keer zijn veto uitgesproken tegen de toetreding van Groot-Brittannië tot de EG, en Groot-Brittannië trad pas toe in januari 1973, toen ook Ierland en Denemarken lid werden van de EG., Griekenland trad toe in 1981, Portugal en Spanje in 1986 en het voormalige Oost-Duitsland maakte deel uit van het Verenigd Duitsland in 1990.begin jaren negentig werd de Europese Gemeenschap de basis voor de Europese Unie (EU), die in 1993 werd opgericht na de ratificatie van het Verdrag van Maastricht. Het Verdrag riep op tot een versterkt Europees Parlement, de oprichting van een centrale Europese bank en een gemeenschappelijke munt, en een gemeenschappelijk defensiebeleid. Naast een interne Europese gemeenschappelijke markt zouden de lidstaten ook deelnemen aan een grotere gemeenschappelijke markt, de Europese Economische Ruimte genaamd., Oostenrijk, Finland en Zweden zijn in 1995 lid geworden van de EU. In 2009 werd de EEG opgenomen in het EU-kader. Vanaf 2020 telde de EU 27 lidstaten.