Tanuki

Algemene informatie:

Tanuki treedt in de winter in een staat van lethargie, genaamd torpor, en zij zijn de enige honden die dit doen. Ter voorbereiding op de verdoving, hun gewicht is bijna verdubbeld tussen juni en oktober. Torpor verschilt van overwintering doordat ze op warme winterdagen tevoorschijn komen om te foerageren. Wasbeerhonden blaffen niet, maar grommen wel als ze bedreigd worden. Hun stem is hoger in toonhoogte dan die van een huishond en klinkt meer als een kat. Tanuki zijn goede klimmers en met uitzondering van vossen, zijn de enige honden die in bomen klimmen., Ze zijn ook bekend om te zwemmen of duiken onder water tijdens het foerageren. In de Japanse folklore worden tanuki afgeschilderd als komische, ondeugende vormveranderaars die vaak mensen misleiden. Beelden van tanuki worden vaak gevonden Buiten Japanse restaurants en bars om gasten te verwelkomen en worden vaak afgebeeld als het dragen van strohoeden en het dragen van een fles sake met een promesse voor een rekening die ze nooit zullen betalen.

fysieke kenmerken en kenmerken:

Tanukibont is geelgrijs tot roodbruin. De vacht is dikker in de herfst en winter. Hun schouders, punt van de staart en poten zijn zwart., Ze hebben gelaatstrekken die lijken op die van een wasbeer, inclusief het karakteristieke zwarte masker.

Tanuki zijn 1,5 tot 2 voet lang, met een staart van ongeveer een halve voet lang. Ze wegen 8 tot 22 pond.

levensstijl en voortplanting:

Tanuki vormen monogame, permanente paren die een thuisgebied delen, samen foerageren en samen voor de nakomelingen zorgen. Paren meestal vermijden andere paren, maar rust en latrine sites worden soms gedeeld met verwante familieleden. Tanuki heeft de neiging om te vluchten voor de confrontatie, soms “Spelen dood” om roofdieren te vermijden.,

Tanuki bereiken seksuele rijpheid op de leeftijd van 9 tot 11 maanden. De paring vindt meestal plaats in het voorjaar en de dracht duurt ongeveer negen weken. De gemiddelde nestgrootte is zes. Pups wegen meestal tussen de 100 en 120 gram, en beide ouders nemen deel aan hun zorg. De jongen komen uit de hol op 3 tot 4 weken oud en worden gespeend op 4 tot 5 weken. De wilde levensduur is 7 tot 8 jaar maar is over het algemeen langer in zoölogische omgevingen.

bereik:

Tanuki zijn inheems in Oost-Azië, waaronder Japan, maar zijn geïntroduceerd in en zijn nu wijdverspreid in Noord-en Oost-Europa.

Habitat:

loofbos, breedbladig groenblijvend bos, gemengd bos, landbouwgrond en stedelijke gebieden van kust tot subalpiene zones. Tanuki worden vaak in de buurt van water gevonden., In de herfst zijn ze afhankelijk van fruit en bessen, wat de habitatselectie beïnvloedt.

dieet:

in het wild eten deze omnivoren alles, van ongewervelde dieren tot gewervelde dieren zoals kikkers, hagedissen, vogels en knaagdieren, evenals zaden, bessen, fruit en aas. In door de mens ontwikkelde gebieden, zullen ze foerageren voor menselijk afval en doodslag. Degenen die in de buurt van de oceaan leven wagen zich naar de kust om zich te voeden met krabben, ander zeeleven, of karkassen die door de getijden worden binnengebracht., In de dierentuin bieden we een gevarieerd dieet van fruit (appels, bananen, papaja en druiven); groenten (wortel, zoete aardappel, maïs, courgette); hardgekookte eieren; lodde (een soort vis); Hondenvoer; en een commercieel rundvlees dieet speciaal voor honden.