seksueel dimorfisme verwijst naar verschillen in grootte en vorm tussen vrouwen en mannen van dezelfde soort. De term seksueel dimorfisme wordt meestal alleen gebruikt voor de secundaire geslachtskenmerken, die geen verband houden met de voortplanting. Sommige voorbeelden van seksueel dimorfisme omvatten verschillen in gestalte, gewicht, morfologie van het gezicht, cognitieve ontwikkeling, sterfte, en ziekteprevalentie., Hoewel de mens lage niveaus van seksueel dimorfisme vertoont in vergelijking met andere dieren, zijn de verschillen tussen vrouwtjes en mannetjes talrijk. Evolutionaire, seksueel dimorfe eigenschappen ontwikkelen zich door het proces van seksuele selectie. Bovendien spelen paringsysteem, lichaamsgrootte, geslachtsrollen en kwaliteit van de omgeving ook een belangrijke rol bij het bepalen van de niveaus van seksueel dimorfisme. Seksueel dimorfisme speelt een belangrijke rol in de biologische antropologie., In de bioarchaeologie en forensische antropologie worden morfologische en metrische eigenschappen gebruikt om het geslacht van de skeletresten te schatten, terwijl in studies van menselijke evolutie het niveau van seksueel dimorfisme wordt gebruikt om sociaal gedrag te reconstrueren. Over het algemeen, de meerderheid van de studies hebben de neiging om zich te concentreren op volwassenen, omdat seksueel dimorfisme is niet goed uitgesproken vóór de puberteit.