voorzorgsmaatregelen

bij patiënten met depressie moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van zelfmoord; benzodiazepines mogen niet worden gebruikt bij patiënten zonder adequate antidepressiva.

Lorazepam dient met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een verminderde ademhalingsfunctie (bijv. COPD,slaapapneu syndroom).

oudere of verzwakte patiënten kunnen gevoeliger zijn voor de sedatieve effecten van lorazepam., Daarom moeten deze patiënten regelmatig worden gecontroleerd en hun dosering zorgvuldig worden aangepast aan de respons van de patiënt; de aanvangsdosering mag niet hoger zijn dan 2 mg.

paradoxale reacties zijn af en toe gemeld tijdens het gebruik van benzodiazepine. Dergelijke reacties kunnen vaker voorkomen bij kinderen en ouderen. Indien deze zich voordoen, dient het gebruik van het geneesmiddel te worden gedesiscontinueerd.

de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van patiënten met een verminderde nier-of leverfunctie dienen in acht te worden genomen.,Zoals met alle benzodiazepinen kan het gebruik van lorazepam de hepatische encefalopathie verergeren; daarom dient lorazepam met voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met ernstige leverinsufficiëntie en/of orencefalopathie. De dosering voor patiënten met ernstige leverinsufficiëntie dient zorgvuldig te worden aangepast aan de respons van de patiënt; lagere doses kunnen bij deze patiënten voldoende zijn.

bij patiënten bij wie gastro-intestinale of cardiovasculaire aandoeningen naast angst bestaan, dient te worden opgemerkt dat lorazepam geen significant voordeel heeft aangetoond bij de behandeling van de gastro-intestinale of cardiovasculaire component.,

Slokdarmdilatie trad op bij ratten die langer dan één jaar behandeld werden met lorazepam bij 6 mg/kg/dag. De dosis van het o-effect was 1,25 mg/kg / dag (ongeveer 6 maal de maximale therapeutische dosis bij de mens van 10 mg per dag). Het effect was alleen reversibel wanneer de behandeling binnen twee maanden van de eerste waarneming van het verschijnsel werd gestaakt. De klinische significantie hiervan is onbekend. Echter, het gebruik van lorazepam voor langere periodes en bij geriatrische patiënten vereist voorzichtigheid, en er zou frequentmonitoring voor symptomen van de ziekte van bovenste G. I. moeten zijn.,

veiligheid en werkzaamheid van Ativan (lorazepam) bij kinderen jonger dan 12 jaar zijn niet vastgesteld.

essentiële laboratoriumtesten

sommige patiënten die Ativan (lorazepam) kregen, ontwikkelden leukopenie, en sommige hadden verhogingen van LDH.As met andere benzodiazepinen worden periodieke bloedtellingen en leverfunctietesten aanbevolen voor patiënten die langdurig worden behandeld.

carcinogenese en mutagenese

tijdens een 18 maanden durende studie met Ativan(lorazepam) werden bij ratten geen aanwijzingen gevonden voor carcinogeen potentieel. Er is geen onderzoek naar mutagenese uitgevoerd.,

zwangerschap

reproductiestudies bij dieren werden uitgevoerd bij muizen, ratten en twee stammen van konijnen. Occasionalalanalies (vermindering van tarsals, tibia, middenvoetsbeentjes, malrotated ledematen, gastroschisis, misvormde schedel, andmicroftalmia) werden gezien in drug-behandelde konijnen zonder verband met dosering. Hoewel al deze aandoeningen niet aanwezig waren in de gelijktijdige controlegroep, is gemeld dat ze willekeurig voorkomen in historische controles., Bij doses van 40 mg / kg en hoger was er bewijs van foetale resorptie en verhoogd foetaal verlies bij konijnen, wat niet werd waargenomen bij lagere doses.

de klinische significantie van bovenstaande bevindingen is niet bekend. Echter, een verhoogd risico op congenitale malformaties geassocieerd met het gebruik van kleine kalmeringsmiddelen (chloordiazepoxide, diazepam, andmeprobamaat) tijdens het eerste trimester van de zwangerschap is gesuggereerd in verschillende studies. Omdat het gebruik van deze geneesmiddelen zelden een kwestie van urgentie is, moet het gebruik van lorazepam tijdens deze periode wordenbeëindigd., De mogelijkheid dat een vrouw in de vruchtbare leeftijd zwanger kan zijn op het moment dat de behandeling wordt ingesteld, dient te worden overwogen. Patiënten moeten worden geadviseerd dat als ze zwanger worden, ze moetencommuniceren met hun arts over de wenselijkheid van het stoppen van het geneesmiddel.

bij mensen duiden bloedspiegels verkregen uit navelstrengbloed op overdracht van lorazepam enlorazepam glucuronide door de placenta. Bij zuigelingen van moeders die gedurende enkele weken of meer benzodiazepines innamen vóór de bevalling is gemeld dat ze ontwenningsverschijnselen hebben tijdens de postnatale periode.,Symptomen zoals hypoactiviteit, hypotonie, hypothermie, ademhalingsdepressie, apneu, voedingsproblemen en een verstoorde metabole respons op koude stress zijn gemeld bij pasgeborenen geboren uitmoeders die benzodiazepines hebben gekregen tijdens de late fase van de zwangerschap of bij de bevalling.

moeders die borstvoeding geven

Lorazepam is aangetoond in de moedermelk; Daarom mag het niet worden toegediend aan vrouwen die borstvoeding geven, tenzij het verwachte voordeel voor de vrouw opweegt tegen het potentiële risico voor het kind.,sedatie en onvermogen om te zuigen zijn opgetreden bij pasgeborenen van zogende moeders die benzodiazepines gebruikten.Zuigelingen van zogende moeders dienen te worden geobserveerd op farmacologische effecten (waaronder sedatie enirriteerbaarheid).

geriatrisch gebruik

klinische studies met Ativan waren over het algemeen niet toereikend om te bepalen of proefpersonen van 65 jaar en overresponderen anders reageren dan jongere proefpersonen; de incidentie van sedatie en wankelheid werd echter waargenomen om toe te nemen met de leeftijd (zie bijwerkingen).,

leeftijd lijkt geen significant effect te hebben op de lorazepam-kinetiek (zie klinische farmacologie).

klinische omstandigheden, waarvan sommige vaker voor kunnen komen bij ouderen, zoals lever-of renalimpairment, dienen overwogen te worden. Een grotere gevoeligheid (bijv. sedatie) van sommige oudere personen kan niet worden uitgesloten. In het algemeen dient de dosiskeuze voor een oudere patiënt voorzichtig te zijn, en lagere doses kunnen bij deze patiënten voldoende zijn (zie dosering en toediening).